Ga onmiddellijk naar de inhoud

De instellingen van sociale zekerheid financieren

Een van de centrale taken van de RSZ is de dagelijkse financiering van instellingen en fondsen van de sociale zekerheid.

Financiering binnen het Globaal Financieel Beheer

Een belangrijk deel van die financiering verloopt via het systeem van Globaal Financieel Beheer (GFB).

Globaal Financieel Beheer houdt in dat de RSZ de geldmiddelen voor de sociale zekerheid van werknemers (bijdragen, rijkstoelagen, alternatieve financiering) globaliseert en verdeelt onder de rechthebbende sectoren. De verdeling gebeurt volgens de kasbehoeften van de sectoren.

Het Globaal Financieel Beheer bestaat sinds 1995. Daarvoor kreeg iedere instelling de opbrengst van de sectorale bijdragevoeten.

Welke instellingen?

De volgende tabel toont welke instellingen of stelsels hun middelen krijgen via het Globaal Financieel Beheer, en waarvoor zij die middelen aanwenden.

Welke instellingen en stelsels
Instelling/stelsel Financieringsdomein
RIZIV
  • geneeskundige verzorging
  • uitkeringen
  • invaliditeitsuitkeringen voor mijnwerkers
  • interdepartementaal begrotingsfonds (IBF)
RVA
  • werkloosheid
  • werkloosheidsuitkering met anciënniteitstoeslag
  • loopbaanonderbreking
  • tijdskredieten
  • tewerkstellingscellen - outplacement
  • burn-outproject
FPD
  • rust- en overlevingspensioenen
  • overblijfselen van het kapitalisatiestelsel (sinds 2008; uitdovend)
RJV

bijkomende financiering

Fedris - AO

arbeidsongevallen (uitgezonderd het kapitalisatiestelsel)

Fedris - BZ

beroepsziekten (uitgezonderd de sector van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsbesturen)

Stelsel van de zeelieden
  • geneeskundige verzorging
  • uitkeringen voor ziekte en invaliditeit
  • werkloosheid

Als gevolg van de zesde staatshervorming wordt de gezinsbijslag sinds 2015 niet meer gefinancierd door het Globaal Beheer.

Daarnaast financiert de RSZ ook nog een aantal specifieke uitgaven op basis van wettelijke bepalingen (bijvoorbeeld: de sociale Maribelfondsen).

Beheerscomité van de Sociale Zekerheid

Globaal Financieel Beheer is meer dan het verstrekken van de nodige financiën. Het is ook: beheren, adviseren, opvolgen en evalueren.

Deze opdrachten voert de RSZ uit onder het gezag van het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid (BCSZ). Het BCSZ moet brengt meerdere keren per jaar verslag uit aan de federale regering over het Globaal Financieel Beheer:

  • Hoe ontwikkelen de ontvangsten en uitgaven zich?
  • Wat zijn de prioritaire beleidslijnen?
  • Hoe kan een duurzaam financieel evenwicht van het stelsel worden verzekerd?

Deze informatie ondersteunt de regering zowel bij de opmaak en controle van de begroting als bij het uitwerken van een meerjarenperspectief.

De RSZ bezorgt het BCSZ ramingen van de ontvangsten: de betrokken instellingen van de sociale zekerheid zorgen voor ramingen van de uitgaven. Deze gegevens worden geconsolideerd bij het RSZ-Globaal Beheer.

Overzicht cijfers

Inkomsten

In 2024 waren de financiële middelen waarover het Globaal Beheer van de RSZ beschikte om zijn financiële opdracht uit te voeren voor 67 % afkomstig van zelf geïnde bijdragen, 33% bestond uit tussenkomsten van de overheid. De inkomsten zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Inkomsten binnen het globaal beheer: details (in miljoenen euro)
2022 2023 2024
1. Bijdragen voor de sociale zekerheid 54.061 58.153 65.056
2. Specifieke bijdragen 3.522 3.925 32.405
3. Transferten 27.047 29.457 808
Totaal 84.629 91.535 98.269

De belangrijkste financieringsbron is de gewone werknemers- en werkgeversbijdragen (63% in 2024). De stijging van 5,07% ten opzichte van het jaar 2023 is enerzijds te wijten aan de inflatie (3%) en anderzijds aan het wegvallen van de éénmalige bijdragevermindering ‘competitiviteit’ ten belope van 1,1 miljard euro die in 2023 werd ingevoerd.

De specifieke bijdragen zijn in 2024 op hetzelfde volume gebleven, wat vooral te wijten is aan het wegvallen van de éénmalige koopkrachtpremie van 63 miljoen euro toegekend in 2023.

De tussenkomsten van de overheid in het Globaal Beheer bedroegen in 2024 32,4 miljard euro. De belangrijkste financieringsbronnen waren de alternatieve financiering (21,4 miljard euro) en de rijkstoelagen (9,2 miljard euro).

In 2017 is de financiering van de sociale zekerheid hervormd. De nieuwe regels zijn vastgesteld in de wet van 18 april 2017. Het Globaal Beheer van de RSZ krijgt sindsdien een jaarlijkse basisdotatie (2,6 miljard euro) die wordt aangevuld met een evenwichtsdotatie. In 2024 bedroeg het voorlopige bedrag van de evenwichtsdotatie 6,6 miljard euro (zoals opgenomen in deze tabellen en aangerekend op het boekjaar 2024). Het definitieve bedrag zal worden vastgelegd in het jaar 2025 waarna het saldo zal worden terugbetaald. De alternatieve financiering bedroeg 21,4 miljard euro, wat een stijging is van 10,4% ten opzichte van het jaar 2023.

De tegemoetkoming van de gemeenschappen en gewesten voor de geregionaliseerde doelgroepverminderingen, die ook opgenomen is in de tussenkomsten van de overheid, daalt in 2024 (581 miljoen euro) met 17,9% ten opzichte van 2023 (708 miljoen euro). Dit is hoofdzakelijk door de afbouw van de doelgroepvermindering voor oudere werknemers.

Uitgaven

De RSZ heeft ook als taak de opbrengst van de geïnde bijdragen te verdelen over de instellingen en fondsen van de sociale zekerheid.

De instellingen die onder het stelsel van het Globaal Financieel Beheer vallen, ontvangen hun middelen op basis van hun behoeften. Het Globaal Financieel Beheer is ook verantwoordelijk voor de uitkering van een aantal bijzondere toewijzingen.

De volgende tabel geeft een overzicht van de uitgaven van de voorbije jaren.

Financiering totaal (in miljoenen euro)
2022 2023 2024
Te financieren behoeften 79.952 87.948 93.602
Bijzondere toewijzingen 2.143 2.143 2.257
Totaal 82.095 90.091 95.859

Het RSZ-Globaal Beheer financierde in 2024 de takken van het Globaal Financieel Beheer voor een totaalbedrag van 93,6 miljard euro. Dit is een stijging van 6,43 % ten opzichte van 2023, hoofdzakelijk ten gevolge van de impact van de indexering van de sociale prestaties en de volume-effecten.

Te financieren behoeften: details (in miljoenen euro)
2022 2023 2024
Federale Pensioendienst 34.024 37.610 40.344
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering 38.660 43.206 46.092
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening 6.688 6.530 6.550
FEDRIS - Beroepsziekten 257 259 258
FEDRIS - Arbeidsongevallen 315 333 349
Andere (stelsel van de zeelieden, mijnwerkers) 8 9 8
Totaal 79.952 87.948 93.601

De volgende figuur geeft een overzicht van de verdeling in 2024.

Procentuele verdeling van de behoeften - 2023
  Percentage
Geneeskundige verzorging 34,81%
Pensioenen 43,10%
Uitkeringen ZIV 14,44%
Werkloosheid 6,02%
Andere* 1,64%

*De rubriek ‘Andere’ in de grafiek bevat: werkloosheid met bedrijfstoeslag, tijdskrediet en loopbaanonderbreking, Fedris-arbeidsongevallen, Fedris-beroepsziekten, invaliditeitspensioenen van mijnwerkers, ziekte-invaliditeit en werkloosheid van het stelsel van de zeelieden.

De sectoren Pensioenen (43,1%) en Geneeskundige Verzorging (34,8%) vertegenwoordigen samen drie vierde van de gefinancierde behoeften van het Globaal Beheer. De tak ZIV-uitkeringen volgt met 14,4% op de derde plaats.

Raadpleeg voor meer informatie over de evolutie van de sociale zekerheidsuitgaven de jaarverslagen van de betrokken instellingen.

Het Globaal Financieel Beheer is ook verantwoordelijk voor de uitkering van een aantal bijzondere toewijzingen (2,3 miljard euro). De belangrijkste posten hiervan zijn de Fondsen Sociale Maribel (1,5 miljard euro), de financiering van de sector Jaarlijkse Vakantie (0,2 miljard euro) en de sociale dotatie van de politiezones (0,2 miljard euro).

Financiering buiten het Globaal Financieel Beheer

Een 180-tal instellingen en fondsen worden buiten het Globaal Beheer gefinancierd. Ze hebben recht op een deel van de opbrengst van de sociale bijdragen. Meestal wordt dat aandeel berekend op basis van een bijdragevoet op de aangegeven loonmassa. Onder meer de financiering van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) wordt op deze manier berekend.

Overzicht cijfers

Inkomsten

In de onderstaande tabel zijn de inkomsten buiten Globaal Beheer, op basis van de opbrengst van de bijdragevoet van deze instellingen en fondsen, weergegeven.

Inkomsten buiten globaal beheer: details (in miljoenen euro)
2022 2023 2024
Bijdrage voor de jaarlijkse vakantie van de arbeiders 4.896 5.346 9.110
Bijdragen voor het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen 249 276 273
Bijdragen voor de Federale Pensioendienst (= FPD) 2.501 2.707 2.868
Bijdragen voor de Fondsen voor bestaanszekerheid 2.053 2.181 2.215
Bijdragen voor de sectorale pensioenfondsen 330 444 482
Bijdragen voor de FPD - gesolidariseerd pensioenfonds (publieke sector) 2.769 3.496 3.698
Andere 63 100 65
Totaal 12.861 14.551 18.712

De sterke stijging van de bijdrage voor jaarlijkse vakantie is te wijten aan een aanpassing van de boekingswijze in vastgesteld recht, in het kader van de toekomstige certificering van de jaarrekeningen van de RSZ door het Rekenhof. De jaarlijkse bijdrage heeft uitzonderlijk betrekking op twee jaren.

Uitgaven

De instellingen en fondsen die niet onder het Globaal Financieel Beheer vallen, ontvangen hun financiële middelen op basis van de opbrengst van hun bijdragevoet.

Uitgaven buiten globaal beheer: detail (in miljoenen euro)
2022 2023 2024
RJV (jaarlijkse vakantie van de arbeiders) 4.802 5.278 9.254
Fonds Sluiting ondernemingen 252 271 303
Federale Pensioendienst 2.454 2.687 3.121
Fondsen voor bestaanszekerheid 1.995 2.153 2.419
Sectorale pensioenfondsen 306 430 535
FPD - Gesolidariseerd pensioenfonds 2.704 3.497 4.228
Anderen 59 81 60
Totaal 12.573 14.399 19.920

De stijging is hoofdzakelijk te wijten aan een aanpassing van de boekingswijze, in het kader van de toekomstige certificering van de jaarrekeningen van de RSZ door het Rekenhof. De jaarlijkse bijdrage voor de jaarlijkse vakantie heeft uitzonderlijk betrekking op twee jaren. De andere bijdragen betreffen uitzonderlijk 4,5 kwartalen (3de provisie & saldo 4/2023 tot en met 3de provisie & saldo 4/2024).

Overzeese Sociale Zekerheid en Sociale Maribel – publieke sector

De RSZ is ook bevoegd voor de werking van de Overzeese Sociale Zekerheid en de sociale Maribel – publieke sector.

De Overzeese Sociale Zekerheid ontvangt een rijkstegemoetkoming (273 miljoen euro) alsook bijdragen van de vrijwillig aangesloten werknemers en/of werkgevers (69 miljoen euro).

De Sociale Maribel financiert zijn werking met dotaties vanuit het Globaal Financieel Beheer (447 miljoen euro) en subsidies die we ontvangen van het RIZIV (35 miljoen euro) en FOD Volksgezondheid (10 miljoen euro).

Thesauriebeheer

Om al deze inkomsten en uitgaven in goede banen te leiden, is een actief thesauriebeheer noodzakelijk.

Het thesauriebeheer omvat volgende taken:

  • anticiperen via een kasprofiel (een eigen planning van inkomsten en uitgaven),
  • het best mogelijke rendement op thesaurieoverschotten behalen,
  • tekorten financieren tegen de laagste kostprijs.

Voor zijn financiering beschikt het Globaal Beheer van de RSZ normaal gezien over:

  • een kredietlijn van 1,7 miljard euro bij de Schatkist,
  • een programma van thesauriebewijzen ter waarde van 615 miljoen euro,
  • de mogelijkheid om gewaarborgde leningen (repo’s) te krijgen uit haar twee reservefondsen (tot meerdere miljarden euro’s).

Kasoverschotten worden belegd bij het Agentschap van de Schuld, onder voorwaarden die zeer vergelijkbaar zijn met die op de financiële markten.

Portefeuillebeheer

Portefeuille sociale zekerheid van werknemers

In de sociale zekerheid van werknemers bestaan er twee fondsen.

  • Het Reservefonds is aangelegd tussen 1995 en 2001, enerzijds met de reserves van sommige takken en anderzijds met de begrotingsoverschotten van 1999-2000. Dit fonds wordt beheerd door vier private financiële instellingen. In 2024 bedroeg de waarde van het Reservefonds 4,8 miljard euro.
  • Het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging is aangelegd tussen 2008 en 2010 dankzij een groei van de uitgaven voor de gezondheidszorg die lager lag dan de wettelijke norm. Een deel van de niet-bestede bedragen werden in het fonds gestort. Het is voor 90% eigendom van het RSZ-Globaal Beheer en voor 10% van het RSVZ-Globaal Beheer. Dit fonds wordt intern beheerd. In 2024 bedroeg de waarde van het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging bedroeg 1,4 miljard euro.

Deze fondsen worden beheerd volgens de principes van de Wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële maatregelen. Ze bestaan dus hoofdzakelijk uit instrumenten van de Belgische overheidsschuld: de OLO’s (Obligation Linéaire-Lineaire Obligatie).

Het rendement van de portefeuilles is van twee bijdragen afhankelijk:

  • het ‘inkomsteneffect’, dat afkomstig is van de ontvangen coupons en van waardevermeerderingen of -verminderingen die volgen uit de verkoop van OLO’s;
  • het ‘kapitaaleffect’ of ‘markteffect’. De OLO’s worden op de financiële markten genoteerd en zijn onderworpen aan de wet van vraag en aanbod. Het kapitaaleffect is een volatiele bijdrage die het rendement zowel positief als negatief kan beïnvloeden.

De beleggingsopbrengsten van het reservefonds werden toegewezen aan het Globaal Beheer van de werknemers. Die van het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging werden verdeeld over de het Globaal Beheer van de werknemers (90%) en het RSVZ-Globaal Beheer (10%) volgens hun inbreng.

Het rendement van beide portefeuilles van de laatste 3 jaren wordt in de volgende tabel weergegeven:

Reservefonds RSZ Globaal Beheer - Rendement in %
Jaar/Rendement Reservefonds Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging
2022 -20,51% -19,67%
2023 -6,91% 6,86%
2024 0,39% 0,53%

Portefeuille Overzeese Sociale Zekerheid (OSZ)

De Overzeese Sociale Zekerheid (OSZ) beschikt over één portefeuille die wordt beheerd door twee private financiële instellingen.

De portefeuille werd aangelegd in december 2002 door de toenmalige Dienst Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) met de opbrengst van de verkoop van het 4-Bras gebouw. Na de fusie van de Overzeese Sociale Zekerheid met de RSZ, werd de portefeuille op 1 januari 2017 in de RSZ geïntegreerd.

Het fonds wordt beheerd volgens de principes van de Wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële maatregelen. Het bestaat dus hoofdzakelijk uit instrumenten van de Belgische overheidsschuld: de OLO’s (Obligations Linéaires-Lineaire Obligaties). De waarde van het fonds bedroeg in 2024 39 miljoen euro.

Het rendement van de portefeuille is afhankelijk van:

  • het ‘inkomsteneffect’, dat afkomstig is van de ontvangen coupons en van waardevermeerderingen of -verminderingen die volgen uit de verkoop van OLO’s;
  • het ‘kapitaaleffect’ of ‘markteffect’. De OLO’s worden op de financiële markten genoteerd en zijn onderworpen aan de wet van vraag en aanbod. Het “kapitaaleffect” is een volatiele bijdrage die het rendement zowel positief als negatief kan beïnvloeden.

Uit de portefeuille is nooit geld opgenomen; er is ook nooit geld bijgestort. De OLO’s betalen wel elk jaar intresten uit in de vorm van coupons. Deze intresten blijven in de portefeuille en worden door de beheerders opnieuw geïnvesteerd.

Het rendement van de voorbije 3 jaar wordt weergegeven in de volgende tabel:

Reservefonds OSZ - rendement in %
Jaar Rendement (%)
2022 -20,51%
2023 7,00%
2024 0,23%