Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren.

Een overgangsjaar voor het verenigingswerk

Nadat het Grondwettelijk Hof de regels op het verenigingswerk in 2020 had vernietigd, werd in 2021 een tijdelijke regeling van kracht voor een periode van één jaar.

Verenigingswerk bestaat uit betaalde diensten die particulieren in hun vrije tijd leveren voor verenigingen zonder winstoogmerk, feitelijke verenigingen of openbare besturen actief in de sportsector.

Solidariteitsbijdrage

Verenigingen die onder de nieuwe regeling een beroep deden op verenigingswerkers moesten daarvan aangifte doen bij de RSZ via een nieuwe onlinedienst. De vereniging was een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding verschuldigd aan de RSZ. De RSZ stuurde een factuur naar de e-Box Enterprise van de betrokken verenigingen, en een papieren kopie naar de verenigingen die de optie ‘volledig digitaal’ niet hadden aangevinkt. Verenigingen konden in de onlinedienst eveneens de details van hun factuur raadplegen. Ook de status van de factuur werd weergegeven (betaald, in afwachting van betaling…).

Uitbreiding tot socioculturele sector

In eerste instantie kon verenigingswerk alleen in de sportsector gebeuren maar in de loop van het jaar werd het toepassingsgebied uitgebreid tot twee specifieke activiteiten in de socioculturele sector. De RSZ paste de onlinedienst en de website aan om deze nieuwe activiteiten op te nemen.

Cijfers

In 2021 werden 15.200 originele aangiften geregistreerd voor 6.688 unieke verenigingswerkers. De aangegeven vergoedingen vertegenwoordigen in totaal ongeveer 11,3 miljoen euro. Deze aangiften werden vooral gedaan voor werknemers/ambtenaren (80,2%) en in mindere mate voor gepensioneerden (14,4%) en zelfstandigen (5,4%).

Raadpleeg meer gedetailleerde kwartaalcijfers op de pagina Verenigingswerk van de RSZ.

Terug naar boven